Lavas of maggikruid is zonder meer het meest gebruikte kruid in de recepten van Apicius. Volgens verschillende bronnen groeide deze plant in het wild in de Ligurische Alpen en dankt hij daaraan zijn naam. Later werd lavas in heel Italië gekweekt.
Net als komijn wordt dit kruid meestal in één adem genoemd met peper en gaat het meteen de vijzel in. De kruidenlijst in de Excerpta Vinidarii noemt het bij de "zaden". Daaruit valt op te maken, dat de Romeinen in de keuken niet zoals wij het groene kruid gebruikten.
Dat stelt ons wel voor een probleem, want de zaden zijn in Nederland zelfs niet in een goede kruidenwinkel verkrijgbaar. Een flinke tuin is nodig om de plant te kweken in de hoeveelheid die nodig is om er een voldoende zaad van te oogsten. Dan maar het groene kruid, vers of gedroogd gebruiken; tenslotte is het aroma in de hele plant ongeveer hetzelfde.