Apicius 364

 

 

Haedum sive agnum Tarpeianum

Antequam coquatur, ornatus consuitur. Piper, rutam, satureiam, cepam, timum modicum, et liquamine collues haedum, macerabis, <mittis> in furno in patella quae oleum habeat. Cum percoxerit, perfundes in patella impensam, teres satureiam, cepam, rutam, dactilos, liquamen, uinum, carenum, oleum. Cum bene duxerit impensa, in disco pones, piper asparges et inferes.

 
 

 

Geit of lam à la Tarpeius

Voordat het gekookt wordt, wordt het in vorm gebracht en dichtgenaaid. Met peper, wijnruit, bonenkruid, ui, een weinig tijm en garum wrijf je het geitje in. Laat het intrekken. Zet het in de oven, op een schotel met olie. Als het gaar is, giet je er in de schotel het volgende mengsel overheen: maal bonenkruid, ui, wijnruit, dadels, garum, wijn, zoete wijn, olie. Als het mengsel goed getrokken is, leg je het op een schaal, besprenkel met peper en dien op.

 
 

© www.apiciana.nl