Apicius 201

 

 

Alicam uel sucum tisanae sic facies

Tisanam uel alicam lauando fricas, quam ante diem infundis. Imponis supra ignem ualidum. Cum bullierit, mittis olei satis et anethi modicum fasciculum, cepam siccam, satureiam et coloefium, ut ibi coquantur propter sucum. Mittis coriandrum uiridem et salem simul tritum et facies ut ferueat. Cum bene ferbuerit, tollis fasciculum et transferes in alterum caccabum tisanam, sic ne fundum tangat propter combusturam. Lias bene et colas in caccabo super acronem coloefium. Teres piper, ligusticum, pulei aridi modicum, cuminum, sil frictum. Suffundis mel, acetum, defritum, liquamen, refundis in caccabum super coloefium acronem ut bene tegatur. Facies ut ferueat super ignem lentum.

 
 

 

Griesmeelbrei of tisana-soep maak je als volgt

Was de gort of de griesmeel, die je een dag hebt laten wellen, al wrijvend. Doe in een pan op hoog vuur. Zodra het kookt, doe je er voldoende olie bij en een klein bosje dille, gedroogde ui, bonenkruid en een soepschenkel, zodat die voor de soep meekoken. Doe er verse koriander, samen met zout fijngemalen, bij en breng aan de kook. Als het flink heeft staan koken, haal je het kruidenbundeltje eruit en breng je de tisana over in een andere pan, om te zorgen dat het niet aanbrandt. Roer he tglad en wrijf het door een zeef in weer een andere pan op de soepschenkel. Maal peper, lavaszaad, een beetje gedroogde polei, komijn en sil frictum. Giet er honing bij , azijn, defritum, garum, giet terug in de pan zo dat de soepschenkel goed bedekt wordt. Laat het pruttelen op een zacht vuurtje.

 
 

© www.apiciana.nl